Als het er wél is…

Of, als de zon schijnt…

Mijn nog enige hoop op het definitief terug krijgen van mijn reuk en smaak -de vlag hing uit, de afspraken stonden al- werd op het laatste moment door mijn neus geboord.

Deze laatste strohalm, Dupilumab, zou, zo bleek, in combinatie met de Biological die ik al gebruik, letterlijk, levensgevaarlijk zijn voor mijn gezondheid en was niet langer een optie. De teleurstelling was groot en leek onbeschrijflijk.

Ik was op nationaal niveau uitgespeeld op het hoogste KNO-level, het landelijk expertisecentrum op smaak- en reukgebied in Ede dat samenwerkt met de universiteit van Wageningen. Mijn specialist, duidelijk eentje met gevoel voor anagrammen, noemde het “sneu” en als pleister op de wonde kreeg ik een stevige 12-daagse stootkuur Dexamethason van hem. Een troostprijs.

En dus, schijnt, sinds de 3e dag van de kuur, het was op 2e Pinksterdag, de Dexamethason weer door mijn leven! De lucht klaart met de dag op, de donkere watten en de gesluierde sinussen in mijn hoofd veranderen langzaam in lichtroze wolken waarin ik me verlekkerd wentel wanneer de koffiedampen op de bodem van mijn lege koffiemok mijn reukepitheel bereiken.

Die koffie, die ik 5 minuten daarvoor niet proefde. Wat zég ik: 5 máánden! Het besef dringt langzaam door….in flinterdunne vleugjes. Ik durf nog niet te juichen, “niet doen, niet te vroeg…” maar als kort daarna de koffiegeur zich mengt met die van mijn parfum en ik, als proef op de som, de deksel van de Nutella-pot afdraai, breekt de hemel open! Zo veel geurrijke aerosolen tussen mijn oren kleuren mijn gemoed. Langzaam maar zeker durf ik te geloven in de kunst van het ruiken en raak ik meer en meer beneveld, bedwelmd. Bezeten!

Ik geniet met grote en volle teugen! Ik hoef er mijn best niet eens voor te doen. Sterker nog, ik moet mijn best doen niet overprikkeld te raken! Niet misselijk te worden van alles wat onverminderd binnenkomt! Het ís er gewoon! Overal, continu! Alles, écht alles heeft geur! En daarmee kleur! Leven is weer leuk! Zo veel leuker, reuker, rijker.

Omdat ik weet dat de werking van de kuur maar tijdelijk is en slechts symptomen bestrijdt, smeed ik het ijzer nu het heet is. In mijn reuk- en smaakloze periodes kan ik eindeloos verlangen naar appeltaart en paprikachips. Naar de geur van frisgroene basilicumblaadjes, knoflook en al die andere verse kruiden in ‘t tuintje waar ik maar met mijn vingers zacht over heen hoef te strelen om ze mijn neus te laten kriebelen. Of een boterham met pindakaas. Een glas wijn. Een regenbui. Ik verbaas me zelfs over de subtiele zoetige geur van de toiletverfrisser, verwonderd zie ik zacht fleurige bloemetjes dwarrelen! Nog nooit zó iets lekkers geroken! Oh, en de Milka-tabletten caramel-pinda zijn ook eindeloos en absoluut een aanrader.

En dus zweef ik nu lekker smaakvol door de dagen. Punt is dat ik geen idee hoeveel ik er heb, of krijg. Ze zijn geteld, dát is zeker. Ik hoop op 2 weken, met een beetje geluk worden het 2 maanden.

Ander punt is dat ik ook door de nachten zweef. De Dexa daagt me uit en heeft duidelijk een duistere zijde want sinds ik ruik en proef, slaap ik niet meer. De Dexamethason schijnt ‘s nachts namelijk vrolijk verder en houdt me klaarwakker en superscherp! Al 10 nachten lang spook ik, doe ik vergeefse pogingen om in slaap te komen. De slaappillen van de huisarts helpen niet. Ze laten me 3 kwartier doezelen en halen er hooguit even de scherpste wakkere randjes van af. Ik doe ademhalingsoefeningen, bodyscans, tel hartslagen, schapen, auto’s, en de keren dat de buitenlamp van de overbuurman aanspringt. Ik drink warme anijsmelk bij een binnentemperatuur van dik 20 graden Celsius, ik schrijf, teken, lees m’n e-reader, dikke pil (beetje bitter) of kijk Grey’s Anatomy. Na anderhalve aflevering, om 4 uur, vallen mijn ogen dicht! Jaaahh, fijn! Oh nee, gefopt, toch weer wakker!

Ik luister naar de eerste merel die zich zo, waarschijnlijk rond kwart over 4 zal laten horen. Ah, daar is ‘ie al, vroeger dan gisternacht, 11 over 4. Langzaam maar zeker krijgt hij steeds meer bijval in de buurt! De opmaat naar een nieuwe dag. Een nieuwe morgen in een ander daglicht.

Ik kijk uit naar de geuren en smaken die hij me gaat brengen maar ik vrees hem ook want zelfs in dutjes overdag trapt de Dexa niet. Een powernap in mijn koffiepauze in de zon, de lunchpauze, of na het eten even op bed? Hij stinkt er niet in. Dankzij de Dexa sta ik 24/7 aan. “Pluk de Dexa”, zal mijn dokter gedacht hebben.

Vijf uur. Duiven koeren op de rand van de dakgoot, de babymezen in de hulst boom worden wakker. Ergens in de verte staat een haan op repeat. Jonge kauwen, kwetterende mussen. De krant zal zo wel komen.

Desondanks ga ik nog één poging wagen. Weer een weinig succesvolle omdat het geluid van de merels aanzwelt en steeds meer licht en leven in de kamer brengt. Ik houd mijn ogen stijf dicht. De wekker op half 7 is en blijft een wassen neus.

Drie voor half 6, de krant! Gek dat ik nu pas voor het eerst gaap. Ik houd het voor gezien. Ik heb honger! En niet zo’n beetje ook. Maar da’s een ander verhaal, andere kost, ander leesvoer.

Ik sta op. Ik loop op dons. Spons. Ik zweef. Het is het waard, deze roze wakkere wolk. Ik klamp me er -angstvallig- aan vast.

Ik wil er zo lang mogelijk op blijven en er álles uit halen, want voor ik het weet verdwijnt mijn smaak als sneeuw voor de Dexamethason en kan ik er alleen maar weer van dromen.

Naschrift of nasmaak

De roze wolk bleek bijna 10 weken groot. Inmiddels ruik en proef ik al weer 6 maanden helemaal niet(s) meer, en is het, in ‘t donker van mijn gedachten, teren op de herinnering aan mijn reuk. Soms regent het er zelfs.

De vlag is gestreken

Een gedachte over “Als het er wél is…

Geef een reactie op An Reactie annuleren