Proefperiode

Lieve dokter,

U realiseert zich niet half hóe gelukkig u mij maakt. Met een portie Prednison bracht u geur en daarmee, kleur terug in mijn leven. Al bijna 6 weken leef ik op een zachtroze wolk, zó zoet dat ik zelfs díe bijna kan ruiken.

Het is alsof ik van een zwart-wit film in een kleurenfilm beland ben waarin ik me continue verwonder over alle kleuren om mij heen. Het begint ’s morgens vroeg al met de geur van een warm washandje over mijn gezicht, m’n shampoo en crèmespoeling, van hetzelfde merk maar verschillende geuren, drie “smaken” doucheschuim en schone handdoeken waar ik mijn gezicht in begraaf. Haarmousse en -olie, de geur van de warme lucht uit de föhn die door mijn grondig gewassen haren blaast. Mijn dagcrème, deodorant en parfum. Bijna iedere week spoot ik een fles “Pure Woman” in mijn hals en decolleté leeg zonder me er ook maar iets vrouwelijker door te gaan voelen. Maar wat ruik ik nu lekker! Én goed!

Er blijkt wél degelijk smaak te zitten aan die goedkope cruesli! De smaak van pindakaas, koffie en kersenyoghurt. De geur van vers brood, basilicum en benzine. Zoals het buiten ruikt na een regenbui of na een nacht vorst. Stoffige stoeptegels met daarop de eerste druppels nét voordat de stortbui volgt, daarna de natte aarde, maar ook ruitensproeiervloeistof en uitlaatgassen.

Ik ben blij verrast door alles wat ik weer voor het eerst ruik en proef. De entree van het ziekenhuis waar ik werk, ruikt naar de rubberen mat die mij verwelkomt, de hal ruikt naar nieuwe vloerbedekking. De printer op de poli produceert een rare chemische geur. Patiënten ruiken naar oud, en nieuw. Muf, naar vette haren en smoezelige truien die te lang gedragen zijn. Of juist naar wasmiddel: witte Reus. Dikke dames met zware parfums en frêle vrouwen met vrolijker, lichtere geuren. Bloemetjes. Net als m’n Flixonase neusspray, die ruikt naar hyacinten. Maar ook heren met subtiele geuren of vergeven van veel te veel aftershave, zó veel dat ik het niet kan verdragen en ik er misselijk van word. En uitlaatgassen.

Gestampte muisjes en marsepein, stroopwafels, snoepjes en chocola, gevulde koeken en kroketten, Italiaanse bollen en bolussen, pikant gekruide kip en knoflook. Het is zaak dat ik voor dit alles niet zwicht want dit ruikt al snel naar overgewicht. De zwavellucht van lucifers en de net aangestoken sigaret van een collega die, op weg naar de parkeergarage, vlak voor me loopt. Een feest! Zelfs als niet-roker.

En niet te vergeten, mijn avondeten! Ik hoef het niet langer van enorme bergen grof zeezout te hebben. En koken is weer leuk! Ik ruik dat het huis even gelucht moet worden maar ook het vuur in de open haard. De aanmaakblokjes en de inkt van de proppen krantenpapier aan mijn handen. Chardonnay met gerookte zalm, Shiraz met groene pesto-olijven. De walm van een kaars die dooft.

Mijn jongste dochter die, net wakker, nog naar slaap ruikt, de vertrouwde geur van mijn geliefde en van geroosterd brood. Aceton, ammoniak en Ajax, allemaal vies. De geur van Glorix, van het blokje in de wc, van ochtend-urine en van de toiletverfrisser die al die tijd overbodig leek. En uitlaatgassen.

De centrale verwarming verspreidt ‘n geur van droge warmte, de boerenkool-lucht in huis die blijft hangen tot uren na het avondeten. Ver-schrik-ke-lijk en voorlopig maak ik dat niet meer! Schone kleren en nog warm, gestreken wasgoed. Heerlijk, keer op keer. Net als de gewassen dekbedovertrekken die op de overloop te drogen hangen. De gang, vergeven van de geur van Robijn met Zwitsal, ruikt zachtgeel.

De stoelen in het Filmhuis: nieuw. Albert Heijn ruikt anders dan Jan Linders en de HEMA anders dan de H&M. De Esso ruikt hetzelfde als de Shell. Mijn vrienden: bij Leo en Maria in huis ruikt het lekker en vertrouwd en anders lekker en vertrouwd dan bij Kees en Barbara. Anja ruikt anders dan Irma of Wies.

Donderdag ruikt anders dan zondag, maar gelukkig al ruim zes weken geen zonderdag! Al die dagen ben ik me continue bewust van alle geuren die maanden- en jarenlang aan mijn neus voorbij gingen. Ik registreer ze, ruik, ervaar en benoem ze de hele dag door. Smaken en geuren die voor velen vanzelfsprekend zijn. Bij geuren waaraan anderen voorbij gaan, blijf ik even stilstaan.

Feitelijk een luchtige opsomming van sensaties. Maar ik houd er angstvallig aan vast. Ik vrees namelijk dat bovengenoemde voorbeelden vluchtig en van voorbijgaande aard zullen zijn en straks weer plaats zullen maken voor fictie. Want zo gaat dat meestal met roze wolken…

Dat is de reden dat ik deze feiten zo uitvoerig benoem en beschrijf, dan kan ik er, straks, als mijn proefperiode er weer op zit, in ieder geval mijn neus nog eens op drukken.

Maar voor nú: dank u wel, dokter ! Ik kom snel een keertje aan u ruiken !

“Anosniem”

Plaats een reactie